- lichamelijk: het fysieke lichaam, inclusief de zintuigen
- emotioneel: gevoelens, omgang met anderen
- mentaal: denken, leren, informatieverwerking
- spiritueel: besef van een zingevende context, eventueel vallend buiten de grenzen van het direct waarneembare
Kenmerken op lichamelijk gebied:
- veel zien, kleine veranderingen waarnemen
- graag ‘langs de kant’ staan om te observeren
- scherp horen, bijvoorbeeld geluiden snel ‘hard’ noemen
- geïrriteerd zijn door kleine ongemakken, zoals een natte mouw of labeltjes in kleding
- intens reageren op lichamelijke pijn
- subtiele geur- en smaakverschillen onderscheiden
- gevoelige ogen, bijvoorbeeld licht snel ‘fel’ noemen
Kenmerken op emotioneel gebied:
- aanvoelen van stemmingen en emoties
- zich snel zorgen maken
- toetrekken naar kinderen die enigszins buiten ‘de groep’ vallen
- behoefte hebben aan een rustige omgeving met niet te veel mensen
- moeite hebben met veranderende omstandigheden
- de kwetsbaarheid van anderen zien en begrijpen
- tijd nodig hebben om aan een nieuwe situatie of omgeving te wennen
- inlevingsvermogen, zich goed kunnen verplaatsen in de gevoelens van anderen
- niet van verrassingen houden
- op jonge leeftijd al in staat zijn tot zelfreflectie
- niet in het middelpunt van de belangstelling willen staan
Kenmerken op mentaal gebied:
- een goed geheugen hebben
- voor de leeftijd over een grote woordenschat beschikken
- snel van de ene gedachte naar de andere associëren
- diepzinnige vragen stellen
- eindeloos willen weten ‘waarom’
- resultaten van rekenen blijven achter bij de rest van de vakken
- een goed gevoel voor vreemde talen hebben, maar die graag in de praktijk leren via conversatie (liever dan uit een boekje)
- kennis op school niet letterlijk willen/kunnen reproduceren, maar liever creatief toepassen
- moeite hebben met structureren en organiseren
- een hekel hebben aan oefenen en herhalen
- dichtklappen of zenuwachtig worden bij feitelijke, gesloten vragen
- liever belevend lezen dan begrijpend lezen
Kenmerken op spiritueel gebied:
- eigen wijsheid, heel gericht de eigen weg volgen
- vol levenslust, heel blij en enthousiast kunnen zijn
- zeer hechten aan de waarheid
- gericht zijn op liefde en vrede
- diep nadenken over levensvragen
- sterke binding hebben met de natuur (planten, dieren)
- blijk geven van respect voor het leven en voor andere mensen
- wat tegenover elkaar staat tot harmonie (willen) brengen (‘mediator’)
Sommige kinderen geven blijk van paranormaal/spirituele kenmerken. Deze kenmerken zijn niet karakteristiek voor alle hoogsensitieve kinderen, maar kunnen bij enkele van hen wel overduidelijk aanwezig zijn:
- geesten of entiteiten ervaren
- communiceren met elfjes, kabouters enzovoort
- telepathische vermogens bezitten
- gebeurtenissen voorzien
- licht en kleuren (aura’s) waarnemen
- herinneringen aan vorige levens hebben